Abroad again

Abroad again

maandag 23 april 2018

To the end of the world

-FOR ENGLISH SCROLL DOWN-

Je hebt Myanmar en de mensen in Myanmar. Alle mensen in Myanmar zijn Myanmar. Maar ze zijn ook Birmees, Cayin, Kachin of bv. Chin. Het duurde even voordat het kwartje viel voor Ella. En terwijl we op reis waren vroeg ook Boaz verschillende keren wanneer we weer terug zouden gaan naar Myanmar. Het is ook verwarrend. We waren nog in hetzelfde land maar de mensen spraken hier geen Birmees maar Chin, of Hakka, of Mara (of 1 van de andere 53 stamtalen)  De mensen hier waren geen Boeddhist maar Christen en op de weg reden geen duizenden taxi’s maar ossenkarren en motorbikes.

Het was tijd voor een nieuw avontuur en een avontuur was het zeker. Geen mooie asfalt wegen maar smalle hobbelige bergweggetjes. Geen KFC, Banketbakker of Supermarkt maar kleine winkeltjes of helemaal geen winkeltjes.

Het was 1 van die reisjes waarvan je de details pas achteraf aan je ouders vertelt, als je weer veilig terug bent.

Stel je voor je zit achterop een motorbike. Stel je voor je zit achterop die motorbike in de bergen. En stel je voor je rijdt door de bergen op stoffige of modderige zand en gravel paden. En dan rijd je daar voor 6 uur met een kindje van 4 en 6… We hebben het gedaan helemaal naar Lailente in Chin State. En ondanks wat zenuwen voor vertrek was het fantastisch, we hebben ervan genoten (ondanks het zere achterwerk aan het einde van de dag).

Wow, Lailente het einde van de wereld. Tenminste zo voelde het. Geen auto’s, een paar motorbikes, geen internet en geen telefoon. Zelfs al had je geld er was hier zo goed als niets te koop. Tenzij je minimaal 3 dagen wilde gaan lopen of 6 uur op een motorbike (in het droge seizoen, in regenseizoen was de weg meestal helemaal dicht). Natuurlijk zijn er meer plekken als deze. Maar voor eventjes deel zijn van het leven hier was een hele bijzondere ervaring.



Boaz en Ella hebben we de twee dagen nauwelijks gezien. Die renden weg met de lokale kinderen. Helemaal opgaand in de geitjes, kuikentjes, varkentjes,  poesjes, stokken en stenen. Het was mooi om te zien hoe fijn ze het hadden en hoe heerlijk er samen werd gespeeld. Ze hadden weinig taal nodig om samen te kunnen genieten. We beseften ons dat dit de eerste keer was dat blanken het dorp bezochten en misschien wel de eerste keer voor velen dat ze überhaupt blanken zagen. Maar ondanks de witte huid en de blonde haren waren we gewoon deel van het dorp, voor eventjes.
Het was heel mooi om onze hulp, Aha te zien met haar familie in haar geboortedorp. Terwijl we familieverhalen te horen kregen voelde het alsof we een klein inkijkje in haar leven kregen. Tegelijkertijd is het zo moeilijk voor te stellen om familieleden te moeten verliezen aan een simpele diaree of je familie niet te zien voor 17 jaar alleen maar omdat je de reis niet kan betalen of de reis te ver is om binnen je vakantie dagen af te leggen.

 


Waar kunnen we beginnen om het leven hier te beschrijven. Om 5uur gewekt worden door een concert van hanen. Je warm en gezegend voelen onder de warme dekens in het grote houten familiehuis. Dus maar rustig opstaan terwijl de meeste vrouwen het rijst ontbijt al klaar maken en de kinderen al buiten rondrennen. Wanneer de meesten hun ontbijt op hebben begint normaal gesproken de werkdag en vertrekken de meesten naar hun ‘farmland’ (soms voor meerdere dagen). Maar het was geen normale dag dus velen bleven rondhangen voor thee en bananen.

De mensen voelen zich gezegend; ze hebben meer dan genoeg schoon water. Genoeg om te drinken, de dieren te geven en de planten nat te houden. Meestal bewaren ze het water in grote vaten. Eten, hout, eigenlijk zo goed als alles wordt bewaard en verplaatst in (grote) handgemaakte bamboe manden. En terwijl de vrouwen het eten bereidden maakte opa even snel een kleine voetbal; van bamboe.





Na drie nachten en drie dagen in deze hemel van rust en vrede was het tijd om weer te vertrekken, maar niet met lege handen. Een grote tas vol met lokale snacks voor onderweg en een hoofd vol zoete herinneringen. We dachten dat de weg naar het dorp een avontuur was, de terugweg overtrof dit. Na een uur begon het te regenen en de weg veranderde vrij snel in een glibberige, gladde, modderige glijbaan. Opnieuw lieten de mensen hun gastvrijheid zien toen we na 1,5uur bij een klein theehuisje kwamen. Drijfnat en onder de modder kregen we het beste plekje in hun huis om onze lunch op te eten; naast het vuur.

Onze drivers waren super en brachten ons veilig terug naar Matupi; 1 stap dichter bij huis (nog steeds geen elektriciteit, warm water en heel slecht netwerk). Remko reed ons in 20uur veilig terug naar Yangon.

 




Het plannen voor de volgende trip naar deze fantastische plek is begonnen…..







There is Myanmar and there are the Myanmar people. All people in Myanmar are Myanmar. But they are also Burmese, Karen, Kachin or Chin.
It took a while before Ella understood this fact. And while on our trip through Chin State Boaz asked a couple of times when we would go back to Myanmar. It is confusing after all. We are in the same country but the people speak no Burmese but Chin or Hakka or Mara language (or one of the other 53 tribe languages in Chin state). They are no Buddhist, but Christian. And instead of thousands of taxis we find oxen and motorbikes on the road.

It was time for another adventure and an adventure it was. No smooth paved roads but narrow bumpy mountain tracks. No KFC, Seasons or Marketplace but tiny teashops or no shops at all.

It was one of those adventures you don’t tell your parents about until you have returned safely.

Imagine driving on the back of a motorbike. Imagine driving on the back of a motorbike in the mountains. Imagine driving through the mountains, no paved road but bumpy dusty gravel or mud paths. And then doing this for 6 hours with a 4 and a 6 year old....
We did it all the way to Lailente in Chin State. And after some anxious moments before we started we loved it, every minute of it (despite the sore bottoms afterwards).

Wow, Lailente really is the end of the world. No cars come here, only a few motorbikes. And even if you have money there is not really anything to buy unless you walk for three days or can afford a motorbike ride of 6 hours. Of course there are more places like this in the world. But being here and being part of their day-to-day life for a short while is a very special experience.

We have hardly seen the kids for two days as they ran away with the local kids. Consumed by goats, kittens, chicks, pigs, sticks and stones. It was beautiful to see how well they all played together and did not need much language to have a great time. Realizing this was the first time foreigners visited their village and probably the first time for many of them to see a foreigner at all. Besides their white skin and blond hair, we were just one of them for this short while.
It was lovely to see our help Aha with her own family in her home town. Hearing some of the family stories it feels like we got a bit of an insight in her life and yet it is so hard to imagine to loose family members of a simple diarrhoea or not seeing your father for over 17years just because you cant afford it or cant make the trip within your public holidays.

Where to start to describe their way of living. Waking up around 5am of a concert of rooster voices. Feeling warm and blessed in the great wooden family house. So taking it slowly to be out the house around 6.30am. While the women starting to prepare the breakfast the kids are out to play already. As soon as most have finished their rice breakfast, people will be out working on the field for most of the day. As it was not a normal day most people sticked around for tea and bananas, to see the white men.

The people here feel lucky as they always have enough water from a mountain spring. Enough to drink, to feed their animals and water their plants. They store their water in big jugs. Food, wood, basically everything is carried around in bigger or smaller baskets handmade out of bamboo. And while the women were preparing some food (again rice) for diner grandpa made a new football for the kids: out of bamboo.

After 3 nights and 3 days in this haven of peace it was time to leave, but not empty handed. A big bag of food for on the road and lots of sweet memories were collected before leaving. We thought the way towards the village was an adventure, but the way back was even more. After an hour it started to rain and the road over the 6 mountains changed into a slippery muddy slide. Again the local people showed their generosity at one of the teahouses we found after 1.5 hour. Soaking wet and muddy we got the best place in the house to eat our lunch: next to the fireplace.
Our drivers did an amazing job bringing us safely back to Matupi one step closer to home (still no electricity or hot water and sporadically telephone and internet). Remko got us safely back to Yangon by car after a long 20 hours drive.


Planning has started for a next trip to this beautiful place...